De gevierde barok van Rubens

Peter Paul Rubens (1577-1640) geldt als de absolute meester van de Vlaamse barokke schilderkunst in de 17de eeuw. De mate van zijn succes blijkt alleen al uit de indrukwekkende altaarstukken in de belangrijkste kerk van de stad, de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, een wel heel bevoorrechte locatie. We worden vandaag, 19 april 2023, verwelkomd met maar liefst vier werken van deze schilder: De kruisoprichtingDe kruisafnameDe herrijzenis en De hemelvaart van Maria. In dit blog een kleine beschrijving van twee van deze werken van de kunstenaar die Italië naar het Noorden bracht, namelijk De kruisoprichting en De kruisafname. Beide werken werden gemaakt tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609–1621), een periode die welvaart bracht en bijdroeg aan de heropleving van de kunsten in Antwerpen.

Inspiratie uit de Oudheid

Rubens vond inspiratie in Italië, vooral in Rome, dat floreerde als kunstcentrum met grote collecties antiquiteiten. Hier kon men direct kennismaken met een enorme rijkdom aan klassieke architectuur, die in de loop der eeuwen door een laag zand bedekt was en daarmee nauwelijks of niet aan het oog werd onttrokken. Naast reliëfs en fragmenten van antieke tempels werden ook beelden opgegraven.

Laocoön en zijn zonen, ook wel bekend als de Laocoöngroep, van marmer, is een kopie van een Hellenistisch origineel uit ca. 200 voor Christus. Het werd gevonden in de Thermen van Trajanus in 1506.

De beeldengroep Laocoön en zijn zoons, Vaticaan

Beelden zoals de Laocoöngroep en de Hercules van Farnese waren bodemvondsten die hun gelijken niet kenden en grote inspiratiebronnen voor kunstenaars. Dit zien we zeker terug in de spierbundels van de monumentale figuren die torsen, sjorren, sjouwen, duwen en trekken in de theatrale altaarstukken van Rubens.

Glycon van Athene (kopie), Lysippos (origineel type), Hercules Farnese, Standbeeld van Herakles in rust met fruit in zijn rechterhand. Romeinse kopie van het keizerlijke tijdperk naar een Grieks origineel uit het vroeg-hellenistische tijdperk, gefotografeerd door Marie-Lan Nguyen in 2011,

Inspiratie uit de renaissance en barok

Internationaal vermaarde renaissancekunst, met als hoogtepunten de werken van Michelangelo (1475-1564) en Raphael (1483-1520), evenals het antwoord van de Italiaanse tijdgenoten van Rubens, zoals Gian Lorenzo Bernini (1598-1680) en Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610), heeft allemaal invloed gehad op het werk van Rubens. De Italiaanse kunst had het tij mee. De hervormingsgezinde beweging binnen het christendom, die in gang was gezet door de stellingen van Luther met het motto sola fide, sola scriptura (enkel geloof, enkel het schrift), deed de katholieke kerk op haar grondvesten schudden, maar uit deze situatie werd ook iets moois geboren: de Barok. Deze krachtige kunststroming zag het licht als antwoord van de kerk tijdens de Contrareformatie. En Rubens was de meester van deze stijlperiode ten noorden van de Alpen.

De barok, een uitwerking van het Concilie van Trente

De barok is een rechtstreeks gevolg van het Concilie van Trente (1545-1563), een reeks vergaderingen waarin werd bepaald hoe te reageren op de kritiek van de Reformatie. Zo werden iconografische voorschriften geformuleerd, en een bijbehorende beeldtaal was hiervan het gevolg. De tegenreactie resulteerde in inhoud die kunstenaars een sterke focus bracht op de passie, de incarnatie en de belangrijkste gebeurtenissen in het leven van Christus: zijn geboorte, dood en opstanding. Er werd gesproken met één taal, gecentraliseerd ls de beeldtaal van de katholieke kerk. Kunstenaars gebruikten veel emotie in de altaarstukken om de kijker emotioneel te raken en de religieuze boodschap beter over te brengen.

Hoewel heiligenlevens nog steeds belangrijk waren, werd er tijdens het concilie nadruk gelegd op het vertellen van het leven van Christus en de centrale religieuze thema’s zoals de passie (zijn lijden), de incarnatie (zijn menswording) en de belangrijke gebeurtenissen in zijn leven (zoals geboorte, dood en opstanding). Dit was deels een reactie op de kritiek van de protestantse hervormers, die veel katholieke beelden en heiligenverering afwezen. Veel werken zijn dramatisch en overdadig, zoals de Kruisoprichting van Rubens, vol gespierde figuren met een breed palet aan emoties.

Kruisoprichting (Antwerpen) olieverf op paneel (middenpaneel: 460 × 340 cm, vleugels: 460 × 150 cm) — 1610, O.-L. Vrouwekathedraal, Antwerpen

Zelf kom ik nooit zo’n spierbundel tegen, zoals die rechtsvoor in het beeldvlak van de kruisoprichting is geplaatst. Terwijl hij met gespannen spieren het kruis opricht, heeft hij de neiging mijn beeldruimte binnen te vallen zodra hij geen tegengewicht eer krijgt. Een waar barokmoment, een gekozen moment, bevroren in de tijd.

Het altaarstuk hieronder, De Kruisafname, is veel uitgebalanceerder en minder bombastisch. Toch is het net zo goed een dramatische vertelling, maar dan meer gericht op de essentie, wat het misschien juist sterker maakt. Als kijker krijg je een waar schokeffect door het lijkbleke, levenloze lichaam van de Verlosser, dat door de zwaartekracht onwillig op de aarde lijkt te vallen. Je leeft mee en voelt een sterk gevoel van onrechtvaardigheid en verdriet, en die emoties zijn ook de bedoeling. Het afgebeelde is zeer monumentaal en tot op zekere hoogte naturalistisch, met figuren die sterk doen denken aan de hellenistische beeldhouwkunst, zoals de Hercules Farnese of de Laocoöngroep. Daardoor zijn ze niet helemaal toepasbaar op onze dagelijkse leefomgeving; het is te monumentaal en de gebaren zijn te theatraal.

Theatraal is ook het gebaar waarbij een van de hoofdpersonen zijn handen niet genoeg blijken te hebben om de lijkwade vast te houden, en daarom zijn mond gebruikt bij de kruisafname. Prachtig, indrukwekkend! Dat is pathos! Met veel zorg zorgt hij ervoor dat het levenloze lichaam voorzichtig naar beneden wordt geleid en in de schoot van Christus’ drager, Johannes, terechtkomt. Gruwelijk en mooi tegelijkertijd.

De kruisafneming maakt hij in opdracht van het Kolveniersgilde uit 1611-14, O.-L. Vrouwekathedraal, Antwerpen

De kunst van Rubens zou ondenkbaar zijn geweest zonder de invloed van het Concilie van Trente. Thema’s die tijdens dit concilie werden gepromoot, vinden we terug in de altaarstukken van Rubens in deze kathedraal. Ingenieus zoekt hij naar oplossingen die zijn opdrachtgevers verzoenen met de nieuwe regels van de kerk. Het altaarstuk De Kruisafneming maakt hij in opdracht van het Kolveniersgilde tussen 1611 en 1614. De kolveniers wilden dat de triptiek gewijd zou zijn aan hun patroonheilige, Sint-Christoffel. Christoffel betekent ‘hij die Christus draagt’. Geheel volgens de nieuwe regels van de kerk beeldt Rubens de heilige Christoffel niet af op het middendeel van het altaarstuk, maar op het buitenluik. Desalniettemin blijft het dragen van Christus het hoofdthema. Op het middenpaneel wordt Jezus’ dode lichaam door Johannes ondersteund, op het linkerpaneel draagt Maria hem in de moederschoot, en rechts houdt de oude Simeon hem in zijn armen. Rood is de kleur die hen allen verbindt: Johannes draagt een rode mantel, Maria een rood kleed en ook bij Simeon zien we deze kleur terug. De kruisafname en verrijzenis zijn thema’s die het concilie promootte. Het is een zorgvuldig geconstrueerde en geënsceneerde voorstelling, die doet denken aan een geschilderd theaterstuk, met verwijzingen naar wat zowel de opdrachtgevers belangrijk vonden, zoals ‘het dragen van Christus’, als wat de kerk van belang achtte: de kruisafname, inclusief de attributen van de passie (rechtsvoor op het middenpaneel) en de herrijzenis (in dit geval weergegeven door de afbeelding van een pauw onder de brug waar de zwangere Maria overheen loopt).

Geschoold en intellectueel

Maar het gaat verder dan dit. Niet alleen de kunst, maar ook de levensweg van kunstenaars veranderde tijdens de internationale barok. Zij wilden zich als succesvolle en geschoolde mensen profileren. Rubens werkte aan het hof van Mantua, was hofschilder van de aartshertogen Albrecht en Isabella, schilderde een hele cyclus schilderijen om het verhaal van Maria de’ Medici mythische kracht bij te zetten in het Palais du Luxembourg in Parijs, werkte voor de Engelse koning Jacobus I in Whitehall in Londen en voor de Spaanse koningen Filips III en Filips IV.

Detail van het Palazzo van Rubens in Antwerpen

Bij zijn ‘thuiskomst’ in Antwerpen verbouwde hij zijn huis en tuin tot een Italiaans palazzetto, waarbij hij een echte triomfboog introduceerde, à la de Romeinen. Bekend is ook zijn kunstcollectie, waarin zijn grote liefde voor Italiaanse kunst naar voren komt, met name de kunst uit Venetië. Van zijn groep Italiaanse schilderijen waren op twee na alle werken van 16e-eeuwse Venetiaanse meesters, waaronder 11 schilderijen en olieverfschetsen van Titiaan, vier portretten van Tintoretto, drie van Veronese, en zijn eigen kopieën van Titiaan en andere Venetianen. Hieruit putte hij inspiratie voor zijn eigen werk, waaronder…overduidelijk te zien is bij deze altaarstukken!