De initiatiefnemer voorop bij de nieuwe omgevingswet

15 maart 2023

Vandaag is het moment van de kiezer. Wij, de kiesgerechtigden kiezen de Provinciale Staten en de Waterschappen en dat eerste heeft alles te maken met de Eerste Kamer. Eens in de vier jaar wordt de samenstelling van de Eerste Kamer bepaald door getrapte verkiezingen, door de -vandaag wel- rechtstreeks gekozen leden van de Provinciale Staten, de leden van het Kiescollege voor de Eerste Kamer in Caribisch Nederland en de leden van het Kiescollege voor de Eerste Kamer namens niet-ingezetenen in buitenland. Alleen al omdat keuzes die de senatoren maken bij belangrijke beslissingen over wetten in de praktijk rechtstreeks verband houden met de lijn van hun partijgenoten in de Tweede Kamer is het belangrijk kleur te bekennen tijdens verkiezingen. Want al dan niet bedoeld, maar meer nog-niet bedoeld wordt ook hier politiek bedreven.

Vandaag kiezen wij, gisteren kozen zij.

Gisteren was zo’n moment waarin de Eerste Kamer even in de schijnwerpers stond en waarin haar rol in het proces rond wetgeving duidelijk werd. De Eerste Kamer stemde namelijk over de datum van de invoering van de Omgevingswet. Dat de wet er komt is al een aantal jaar geleden besloten. De wet is de Tweede Kamer en Eerste Kamer namelijk al gepasseerd. Het ging gisteren om de invoeringsdatum. Al vijf keer werd die datum uitgesteld. Nu is besloten dat de Omgevingswet op 1 januari 2024 ingaat.

Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen van kwaliteit

Met deze blog geef ik geen stemadvies, maar wil ik meer vertellen over de Omgevingswet en daarmee het belang onderstrepen van de uitkomst van het politieke spel als wegbereider voor de bedenker en uitvoerder van nieuwe initiatieven. Motto’s van de wet zijn ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit. Met basisprincipes als decentralisatie, deregulering, flexibiliteit, vertrouwen en participatie, krijgt de ondernemende initiatiefnemer meer kansen om zijn projecten in de fysieke leefomgeving te realiseren. Hoe? Een praktijkvoorbeeld maakt dit duidelijk.

Markt, toeristische verbindingen en verbouwing

Het was begin oktober 2021 toen ik van een stichting met veel gebouwd erfgoed de vraag kreeg om advies uit te brengen over een aantal plannen in de omgeving van de Dunne Bierkade en Paviljoensgracht in het Oude Centrum van Den Haag. Het ging om een haalbaarheidsonderzoek naar het organiseren van een (waren)markt, het verbinden van de buurt via water èn een onderzoek naar de aanvliegroute voor een verbouwing van het museum, waar ik als directeur op zzp-basis werkzaam was. Een aantal losse opdrachten zou je denken, die alles te maken hebben met het beter op de kaart zetten van een stukje Den Haag dat decennialang als stekelige rafelrandje met ingrediënten als prostitutie, drugs en armoede het hete hangijzer van het stadsbestuur was. Maar niets is minder waar. Al snel bleek dat alle opdrachten vallen in de categorie ‘fysieke omgeving’ en daarom voor mijn ondernemende opdrachtgever in de nabije toekomst dezelfde benaderingswijze kennen. Bovendien bleek dat de komende anderhalf jaar het moment van acteren een cruciale rol zou kunnen spelen bij deze initiatieven. En dat moment had alles te maken met de invoeringsdatum van de Omgevingswet. De invoeringsdatum was toen nog gepland op 1 januari 2023 en gaat dus nu een jaar later in.

De Nieuwe Omgevingswet

De Omgevingswet is een grote stelselwijziging met grote gevolgen voor de praktijk. De fysieke ruimte wordt geregeld met één wet in plaats van 26 wetten en tientallen AMvB’s en ministeriële regelingen en is bovenal eenvoudiger, inzichtelijker en transparanter waarbij de insteek is dat de rechtsbescherming van burgers en bedrijven niet verminderd. Hoofddoelen van de Omgevingswet zijn een gezonde leefomgeving, een veilige leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.

Initiatief bij burgers en bedrijven

Het initiatief wordt gelegd bij burgers en bedrijven die bij één loket hun aanvraag kunnen indienen. Op de markt van diensten aan consumenten is één klantcontact al jaren standaard, dus het equivalent van één loket in plaats van tal van loketten voor verschillende vergunningen klinkt als muziek in de oren. Dankzij de Omgevingswet ligt de bal dus bij de initiatiefnemer. Met deze neoliberale gedachte als uitgangspunt wordt het makkelijker om slagvaardig initiatieven te ontplooien die zowel voor de burgers en bedrijven als voor de overheid positief kunnen uitwerken. De doorlooptijd van het aanvrag vergt alleen daardoor al minder tijd. Niet een opeenstapeling van verschillende procedures, maar één aanvraag. Bovendien is meer vergunningsvrij en is er meer ruimte voor maatwerk.

Integraal

Diverse sectoren van de overheid gaan vervolgens in overlegtafels bij elkaar zitten en werken nauw samen, een integrale aanpak dus. Thema’s als bodem, water, lucht, geluid, landgebruik, landschap, natuur, bouwwerken, veiligheid, energie, infrastructuur komen bijeen. Het rijk, de provincie en waterschappen werken nauw samen. Dat begint al bij de omgevingsvisie die de verschillende overheden opstellen, een strategische en integrale langetermijnvisie op de fysieke leefomgeving met strategische hoofd keuzes. Verplicht voor rijk, provincie en gemeente. Een samenhangend document dat geen optelsom van beleidsvisies voor diverse domeinen is. Het is 1 van de 6 instrumenten van de Omgevingswet. Ook in het vervolgtraject is samenwerking de bepalende factor. Voor burgers en bedrijven is dat een plus. Wat achter de schermen gebeurt wordt zichtbaar door een transparantere overheid die door de Wet open overheid (1 mei 2022) actief overheidsinformatie publiceert (www.overheid.nl). Dat gaat nu nog niet zo snel in deze aanloopperiode, maar al doende leert men.

1 wet, 4 AMvB’s en 4 aanvullende wetten

Naast de Omgevingswet zijn er 4 AMvB’s: Besluit kwaliteit leefomgeving (Bal), Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), Omgevingsbesluit en Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Ook zijn er een viertal aanvullingswetten met onderwerpen zoals Bodem, Geluid, Grondeigendom en Natuur. Al met al wordt het er overzichtelijker van. Zo wordt duidelijk wat de regels zijn en wie verantwoordelijk is voor wat en hoe doelmatig en doeltreffend gewerkt wordt aan diverse thema’s.

Digitaal Systeem, DSO

Initiatieven in de fysieke leefomgeving worden bij de invoering van de Omgevingswet op eenzelfde manier aangevlogen. Al die projecten waar ik naar gevraagd werd zou ik dus op dezelfde manier kunnen benaderen of het nu om een aanvraag voor de organisatie van een markt gaat, een verbouwing of een andere zaak die te maken heeft met de fysieke leefomgeving. In de Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) kan je omgevingsbesluiten raadplegen, koppelen vragen bomen juridische regels aan toepasbare regels en krijg je aan het einde van de vragenrit je antwoord klip-en-klaar, kan je vergunningen en meldingen doen en kunnen de diverse sectoren van overheden samenwerken.

Meerwaarde DSO

Meerwaarde van de DSO is dat de geconsolideerde regels hierin zijn opgenomen. Dat wil zeggen dat er één overzicht is van alle geldende regels. Alles, alle bestaande IMRO-plannen en nieuwe, bredere en integralere plannen en nieuw; ook de Waterschapsverordeningen zijn meegenomen. Dus er is één loket voor de omgevingsvergunning en de watervergunning.

Omgevingsloket.nl

Voor burgers en bedrijven betekent dit dat je niet meer hoeft te grasduinen in de vele databases en websites die er vorig jaar nog uitzagen alsof ze uit de beginjaren van het internet stammen en die vaak rare namen hebben, die alleen voor de IT’er logisch klinken. Frisse nieuwe of vernieuwde websites maken duidelijk dat ook de overheid de stap neemt en innoveert en dankzij klinkende namen zoals omgevingsloketonline.nl is ook voor de leek die niet zo vaak of voor het eerst een omgevings- of watervergunning nodig heeft duidelijk waar te zoeken. Omgevingsloket.nl, klinkt toch beter als olo.nl, wat precies hetzelfde inhoudt: OmgevingsLoket Online, maar wat toch echt een ongewenst doordenkertje is.

Uitstel door DSO en inwerkingtreding 2029 voor gemeente

Nu is de DSO de reden van het talloze uitstellen van de wet. De DSO is de spil van de nieuwe werkwijze en moet natuurlijk compleet en robuust zijn. Veranderingen moeten goed en tijdig doorgevoerd worden, zodat wetgeving en beleid hand in hand kunnen gaan.

Gebied en thema

Ook bij het zoeken naar alle plannen die voor een gebied of object gelden, is vooruitgang geboekt. Je kan op thema, maar ook op gebied zoeken. Nu werkte ik enkele jaren aan een culturele start-up, een particulier museum dat stappen zette in de richting van een geregistreerd museum. Zodanig maakte ik de digitaliseringsslag mee, die in museumland gaande is. Met Big Data en veel meer mogelijkheden voor het uitvoeren van gedegen onderzoek en publicaties als winst. Het collectie managementsysteem dat het gros van de musea wereldwijd gebruikt is door de producent en marktleider niet geüpdatet, maar heeft nu de ‘status van onderhoud’. Er is een nieuw systeem, waarbij je makkelijker over meer data dwars door de database kan en ook gebiedsmatig kan zoeken. Data is gekoppeld aan geografische gebieden.

Eerste plannen al in DSO, zoeken op thema of gebied

Hoe dat alles voor de overheid werkt kan je nu al op de website van de Provincie Zuid-Holland zien, waar de Omgevingsvisie al is gepubliceerd in februari. Een paar jaar later is de deadline voor de gemeenten. De overheid gaat dus over op een totaal nieuw systeem, maar niet met een relatief kleine gespecialiseerde club, nee met de totale fysieke leefomgeving verspreid over alle bestuurslagen. Tel uit je winst (maar straks ook je opstartproblemen).

Decentralisatie

Een van de opdrachten had dus te maken met een verbouwing. Juist op dat punt zijn er de nodige veranderingen. De beschermingswijze van de panden in dit gebied zijn divers en vaak dubbel. Rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten, beeldbepalende panden en een beschermd stadsgezicht. Van alles wat en zowel objectmatige als gebiedsmatige bescherming. Voor het gebouwde culturele erfgoed is van belang dat de Monumentenwet 1988 opgaat in de Omgevingswet. De grondslag van monumenten is geregeld in de Omgevingswet (fysieke leefomgeving moet in ieder geval cultureel erfgoed en werelderfgoed bevatten). De Erfgoedwet blijft echter wel van belang. Het aanwijzen van rijksmonumenten gebeurt met deze wet. De beschermende regels zitten vervolgens in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). In het Omgevingsplan (de opvolger van het Bestemmingsplan) krijgt een monument de functieaanduiding ‘gemeentelijk monument’. In de huidige werkwijze is het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd om een monument aan te wijzen (Erfgoedverordening). Straks krijgen die monumenten een plekje in het Omgevingsplan met die functieomschrijving. Hier zie je de decentralisatie. Nu zijn B&W bevoegd en die bevoegdheid wordt overgeheveld naar de raad. Van belang wordt ook ‘Monument en omgeving’, niet onbelangrijk voor de bescherming van dit ensemble.

2029 deadline gemeenten

Met een deadline voor de gemeente (Omgevingsplan) van 2029 moet het toch allemaal lukken. Pas als de gemeente definitief is overgegaan naar het Omgevingsplan vervallen alle regels die nu over monumenten in de fysieke leefomgeving via de Erfgoedverordening staan. Dus zolang de monumenten niet zijn opgenomen in het Omgevingsplan blijven Burgemeester en Wethouders bevoegd om een monument aan te wijzen. Het Omgevingsplan is trouwens wat ruimte dan het Bestemmingsplan. Het bevat de hele fysieke leefomgeving regels en heeft ook regels voor verruimde reikwijdte. In het Omgevingsplan zitten ook de voormalige rijksregels en de voormalige gemeentelijke verordeningen.

Bruidsschat

Ondertussen zit het cultureel erfgoed in de zogenaamde ‘bruidsschat’ met het cultureel erfgoed in hoofdstuk 22 in de DSO. De gemeente kan daar nog alles aan wijzigen. Nu zijn in het Bestemmingsplan alleen regels voor ruimtelijke ordening opgenomen. Het (veelal toekomstige) 

Participatief

Het is de bedoeling dat initiatiefnemers in een vroeg stadium met de overheid aan tafel zitten en overleggen. Participatie is het kernwoord en de insteek van de werkwijze van de overheid . Bovendien is de hele denkwijze anders: ja, mits in plaats van nee, tenzij is de slogan. Er kan meer vergunningsvrij en er komt meer ruimte voor maatwerk en bij dat maatwerk is de participatie doorslaggevend. Participatie zorgt voor meer draagvlak en heeft het voordeel dat er gebruik wordt gemaakt van lokale beschikbare expertise. De Raad van Europa heeft in Faro een verdrag opgesteld dat hier over gaat, maar dat nog niet in Nederland is geratificeerd. Enfin, participatie zit dus in de lift in Nederland. De ratificatie zal ook niet lang meer op zich laten wachten, denk ik.

Bescherming en ruimte voor initiatief

Bescherming van monumenten is goed in de wet en regelgeving opgenomen. In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bal) artikel 5.130 zijn allerlei beschermende maatregelen geformuleerd. Er is ook ruimte voor ondernemende initiatieven: behoud door gebruik. Het bevorderen van het gebruik van monumenten, zo nodig door wijzigingen van die monumenten, rekening houdend met de monumentale waarden. Dit biedt ook mogelijkheden voor cultureel toerisme. Terug naar het project, een verbouwing waarbij achter een monument een lift geplaatst zal worden ten behoeve van het toegankelijk maken van een museum voor mensen die slecht ter been zijn. Met tal van redenen, maar ook alvast vooruitlopend op de invoering van de European Accessibility Act (Europese toegankelijkheidswet) in 2025.

City Marketing van de ‘shooting star’ het Oude Centrum

Met de stijgende woningprijzen, een hip aanbod van restaurants en cafés, zichtbaarder gebruik van de grachten, het beheer en onderhoud van de panden door de Fundatie en de activiteiten van de Vincent van Gogh Experience en het Buitenmuseum, zit het Oude Centrum anno 2023 in de lift, een ‘shooting star’. De zaadjes hiervoor zijn zo’n twintig jaar geleden geplant door buurtbewoners die met een bottom-up initiatief ervoor gezorgd hebben dat de grachten bevaarbaar werden. Jaarlijks groeide het initiatief en kreeg bijval van tal van con-collega’s en toeristische initiatieven. Zo’n 100.000 toeristen bezoeken nu het gebied. Niet alleen het fysiek, ook digitaal is het een hit. Op Social Media ging de wijk spreekkundig ‘viral’, met alle foto’s en filmpjes die de schilderachtigheid met een druk op de knop de wereld instuurden. Enfin, een wijk als ‘shooting star’, met veel potentie, schoonheid en eigenheid. Het cultureel erfgoed draagt bij aan de identiteit van de wijk. Waar de kerk nog brood uitdeelt aan daklozen, het mooiste en oudste hofje van Den Haag het woord sociale huisvesting oude betekenis geeft en waar langs de grachten de 17de eeuwse ondernemersdrift van kunstenaar en ontwikkelaar Jan van Goyen en stadsarchitect Claes van Balckeneynde nog zichtbaar is. Het enige stukje Gouden Eeuw aan de gracht in Den Haag. Langzaam, maar zeker heeft dit stukje stad het imago hopeloos afgeschud met haar potentie van authenticiteit en eigenheid.

Kansen: van Wabo naar Omgevingswet

Terug naar de Omgevingswet. In de overgang naar de Omgevingswet verandert het een en ander. Een nieuwe wet, een nieuwe werkwijze en meer inzicht. Een integrale werkwijze staat voorop. Van dat integrale werken hebben we al een voorproefje gekregen met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De Wabo is een wet in het domein van de fysieke leefomgeving die het mogelijk maakt om, binnen een project, met één omgevingsvergunning verschillende activiteiten uit te voeren. De Wet ging op 1 oktober 2010 in en integreerde een groot aantal vergunningen, ontheffingen en meldingen tot één omgevingsvergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Als burger kon je dus al bij één loket je omgevingsvergunning aanvragen. Daarachter zaten wel de verschillende sectoren, die nog niet geïntegreerd waren (milieu, bouwen, ruimte, erfgoed). De wet is dus een mengvorm. De Wabo kent een reguliere procedure en een uitgebreide procedure. De reguliere procedure mag 8 weken duren en kan éénmaal met 6 weken worden verlengd. De uitgebreide procedure mag 6 maanden duren en kan ook éénmaal met 6 weken worden verlengd. Voor een verbouwing is niet altijd een vergunning nodig. Bepaalde verbouwingen vinden vergunningsvrij plaats. Wel is er de plicht om dit te melden bij de gemeente. In het Besluit omgevingsrecht (Bor), een algemene maatregel van bestuur (AMvB) staat vervolgens vermeld welke activiteiten een omgevingsvergunning vereisen. Voor particulieren en bedrijven is na te gaan of een welke vergunning vereist is op de bekende website: Omgevingsloket.nl.

De verbouwing in de lift

Voor de verbouwing van het museum en het plaatsen van een lift achter een van de monumenten, één van de opdrachten geldt natuurlijk dat er een vergunning nodig is. Zeker als er een lift gebouwd wordt die over twee verdiepingen heen reikt. De regels zijn namelijk dat de hoogte van een vergunningvrij bouwwerk niet hoger mag worden dan 5.0 meter en niet hoger wordt dan 30 centimeter boven de 1e verdieping. Een vergunningsvrije aanbouw mag nooit hoger zijn dan vijf meter en niet dieper zijn van vier meter. De Wabo gaat op in de Omgevingswet, maar of het nou om de Wabo of de Omgevingswet gaat, een vergunning is hier verplicht. Het moment van aanvang van het project blijft belangrijk voor of na invoering van de Omgevingswet. Niet alles is nog duidelijk. De koppeling van erfgoed en bouwen wordt na invoering waarschijnlijk losgelaten. Waardoor alsnog meer dan 1 vergunning nodig zal zijn. Enfin, misschien niet een voorbeeldig project in deze casus… 

Concluderen

Of de invoering van de Omgevingswet op de lange termijn een positieve stimulans zijn om initiatieven te ontwikkelen, waarbij het culturele erfgoed als drager voor sociaal-economische voorspoed kan dienen, zal blijken. Het lijkt zeer waarschijnlijk. Deregulering, decentralisatie, kortere doorlooptijden, participatie (al vanaf een vroeg stadium), transparantie en de erkenning van het belang van cultureel erfgoed voor de identiteit voor het gebied en economische welvarendheid, zal er zeker voor zorgen dat het sein van de toekomst voor zowel beheer en behoud als voor ontwikkeling op groen staat.