De rijmende predikant

Op zoek naar een identiteit voor het kersverse vaderland (1648) bejubelden schrijvers en dichters de schoonheid van de dorpen en steden in de literatuur. Dat deed ook Jacob van der Does (1623-1673). Hij geeft een beschrijving van Den Haag. Op de stille Veerkade is de dichter- predikant Joannes Vollenhove (1631-1708) die alle lof toegezwaaid krijgt. Hij is één van de twee ‘herders’ die op de Veerkade in Den Haag woont.

Joannes Vollenhove

O Davids zoon en Davids Heer,

Hoe kan ik van uw’ kruisgangk zwygen?

‘k Wensch uwen kruisberg op te stygen:

Daar val ik by uw’ kruispaal neêr

Daar leer ik wys met vrucht vergeten

Myn levens droom en ydelheit,

Bedrog, dat vleiende verleit,

En valschen waan van veel te weten

Joannes Vollenhove, Kruistriomf en gezangen

Joannes Vollenhove (1631-1708). Predikant en dichter te Den Haag, Buste in ovaal, naar links. Op de achtergrond gebouwen van het Binnenhof. Onderdeel van een verzameling portretten van Nederlandse dichters, Arnoud van Halen, 1700 – 1732

Religie toegankelijker met de statenvertaling

Voor de Statenvertaling, de eerste officiële Nederlandstalige Bijbelvertaling, was in 1618 al opdracht gegeven op de Synode van Dordrecht. De Bijbel verscheen dus voor het eerst in de eigen taal en kon ook door ‘de geletterden’ gelezen worden. Dat waren er in de 17de eeuw best veel.

De rijmende predikant, die de juiste levensweg voorleeft

De invloed van predikanten en kerkenraad op het dagelijks leven van hun gemeente was beperkt. Daarom zocht de kerk naar een nieuwe manier om invloed uit te oefenen. Niet via tucht, maar door het goede voorbeeld te geven en door literatuur te verspreiden met richtlijnen en adviezen over de juiste levensweg. Deze literatuur was op rijm gezet. De poëzie werd geschreven om het publiek te beleren. Vollenhove muntte hierin uit. De predikantenpoëzie in de tweede helft van de 17de eeuw behoorde tot de meest gelezen literatuur uit die periode.