De Noordelijke barok, een uitwerking van het Concilie van Trente – Utrechtse Caravaggisten en de Vlaamse barok

Contrareformatie als krachtige impuls voor de barok

Door de contrareformatie kwam een krachtige impuls om Rome als katholiek centrum weer op de kaart te zetten. Kosten noch moeite werden gespaard om deze beweging in gang te zetten. Als epicentrum van het katholieke christendom gunde de kerk en welvarende opdrachtgevers kunstenaars opdrachten mits ze voldeden aan het zorgvuldig georchestreerde beeldprogramma van de barok. Kunstenaars uit heel Europa komen naar Rome dat de regie in handen neemt. In het kielzog van de eeuwige stad reizen ze ook naar andere steden in Italië, zoals Mantua, Milaan en Venetië. Italië wordt door de Contrareformatie een creatief vliegwiel en kent een periode van ongekende bouwwoede, waar kerken werden gebouwd en ingericht. De plek waar je wil wezen als kunstenaar. Hier worden opdrachten gegund en liggen voorbeelden voorhanden. Kunstenaars vinden inspiratie bij internationaal vermaarde renaissancekunst met als hoogtepunten de kunst van Michelangelo (1475-1564) en Raphael (1483-1520) en (hedendaagse) barokke kunst van de Contrareformatie, zoals Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610). Het is een bijzondere periode in de kunstgeschiedenis. Een centrale rol daarin speelt het Concilie van Trente (1545-1563). Wat heeft deze vergadering te maken met het tot stand komen van een nieuwe stijlperiode? en welke plek namen kunstenaar van het Noorden in tijdens deze tumultueuze periode?

De barok, een uitwerking van het Concilie van Trente

De barok is een rechtstreeks gevolg van het concilie van Trente, een reeks vergaderingen waarbij bepaald werd hoe te reageren op de kritiek van de reformatie. Zo werden iconografische voorschriften geformuleerd en een daarbij passende de beeldtaal was hiervan het gevolg. De tegenreactie van de katholieke kerk op de reformatie resulteerde in een inhoudelijke component, die voor kunstenaars een sterke focus bracht op de passie, de incarnatie en in de belangrijke gebeurtenissen in het leven van Christus; zijn geboorte, dood en opstanding. Heiligenlevens mochten niet langer het hoofdthema van een altaarstuk worden, aldus het concilie. Gesproken werd met één taal, gecentraliseerd als de beeldtaal van de katholieke kerk. Kunstenaars gebruikten veel en heftige emoties in de altaarstukken om de juiste emotie op te roepen bij de kijker en de religieuze boodschap beter binnen te laten komen. Het lijden van Christus moet leiden tot medelijden bij de toeschouwer. Typisch barok is het samenbrengen van schoonheid en geweld. Zo draagt de dood de wedergeboorte in zich en roept gruwelijkheid emoties als mededogen en liefde op.

Utrechtse Caravaggisten in de Noordelijke Nederlanden en in Rome

Vanuit de Republiek reizen vooral Utrechtse kunstenaars naar Italië af. Utrecht was het belangrijkste katholieke centrum in de Nederlandse Republiek en een belangrijke locatie voor de productie van conventionele katholieke kunst. Ze nemen de stijl mee terug naar Utrecht. Een enkeling blijft of laat een handelsmerk achter als goed geïntegreerde Caravaggist in de stad die de rol van Petrus viert als plaatsvervanger van Christus op aarde, Rome.

Caravaggio, graflegging, Vaticaans Museum

In de San Pietro in Montorio op de Janiculum-heuvel heeft Dirck van Baburen (1592/3-1624) de graflegging geschilderd voor de Pietà-kapel. Hij is een centrale figuur van de Nederlandse Caravaggisti, de kunstenaars die Caravaggio’s stijl navolgen. Met dezelfde gebaren die Caravaggio gebruikte en met hetzelfde naturalisme en dezelfde clair-obscur komt een dynamisch uitwaaierende compositie tot stand die de toeschouwer blijft boeien. De kerk van San Pietro in Montorio werd gebouwd op de plaats van een eerdere kerk uit de 9e eeuw, gewijd aan Sint-Pieter. Het dient als een heiligdom en markeert de plek waar Petrus is gekruisigd. Het altaarstuk is niet alleen indrukwekkend, maar is dus ook op een zeer bevoorrechte locatie gerealiseerd. En dat is een uitzonderlijke prestatie. In zijn Schilder-boeck geeft Karel van Mander (1548-1606) een beeld van de hoog competitieve kunstwereld in Rome. Als kunstenaars al openbare opdrachten kregen dan waren de opbrengsten nog altijd beperkt. Desalniettemin had Van Baburen succes. Kunstkenner Marchese Vincenzo Giustiniani (1564-1637) deelde de kunstenaars die in Rome werkte in categorieën in, waarbij in de op één na hoogste graad van schilders de Utrechtse Caravaggisten te vinden zijn. En daar vinden we ook Dirck van Baburen ‘Teodoro’ . Hij wordt genoemd in het rijtje van ‘Gherardo’ (Gerard van Honthorst) en ‘Enrico ‘ (Hendrick ter Brugghen) die met delicate kleuren onderwerpen ‘uit het leven’ schilderen. Erkenning dus en De graflegging was een waar succes. Er zijn minstens 17 kopieën van gemaakt.

Dirck van Baburen, graflegging van Christus, San Pietro in Montorio

Rubens en de barok in Vlaanderen

Peter Paul Rubens (1577-1640) neemt de vormen en iconografie van de Italiaanse barok mee naar Vlaanderen en ontwikkeld deze tot ongekende hoogte. De Vlaamse barok is monumentaal, kleurrijk en spectaculair. Veel werken zijn dramatisch en overdadig, zoals de kruisoprichting van Rubens in de Onze Lieve Vrouwekathedraal in Antwerpen (1610), vol met gespierde figuren met een heel palet aan emoties.

Kruisoprichting (Antwerpen)olieverf op paneel (middenpaneel: 460 × 340 cm, vleugels: 460 × 150 cm) — 1610, O.-L. Vrouwekathedraal, Antwerpen

Het altaarstuk, De kruisafname, tevens in dezelfde kathedraal, is juist veel uitgebalanceerder en minder bombastisch. Toch is het net zo goed een dramatische vertelling. Wel wat meer op de essentie gericht en daarmee misschien juist wel sterker. Zo krijg je als kijker een waar schokeffect door het lijkbleke levenloze lichaam van de verlosser dat door de zwaartekracht onwillig op de aarde kan vallen. Je leeft mee en voelt een sterk gevoel van onrechtvaardigheid en verdriet en die emoties zijn ook de bedoeling. Het afgebeelde is zeer monumentaal en tot op zekere hoogte naturalistisch met figuren die sterk doen denken aan de hellenistische beeldhouwkunst alla een Hercules Farnese of de Laocoön-groep en daardoor niet helemaal toepasbaar zijn op onze dagelijkse leefomgeving. Daarvoor is het te monumentaal en zijn de gebaren te theatraal. Zelf kom ik nooit zo’n spierbundel tegen, die rechtsvoor in het beeldvlak is geplaatst van de kruisoprichting. Terwijl hij ingespannen het kruis opricht heeft hij de neiging mijn beeldruimte binnen te vallen zodra hij geen tegengewicht meer krijg. Een waar barok snapshot, een gekozen moment, bevroren in de tijd.

Theatraal is ook het gebaar waarbij een van de hoofdpersonen handen te kort komt om de lijkwade ook nog eens vast te houden en daarom zijn mond gebruikt bij de kruisafname. Prachtig, indrukwekkend! Dat is pathos! Met veel liefde zorgt hij er zo voor dat het levenloze lichaam voorzichtig naar beneden wordt geleid en in de schoot van de Christus’drager Johannes terecht komt. Gruwelijk en mooi tegelijkertijd.

De kruisafneming maakt hij in opdracht van het Kolveniersgilde uit 1611-14, O.-L. Vrouwekathedraal, Antwerpen

De kunst van Rubens zou ondenkbaar zijn geweest zonder de invloed van dit concilie. Het zijn thema’s die we terugvinden in de altaarstukken van Rubens in deze kathedraal. Ingenieus zoekt hij naar oplossingen die zijn opdrachtgevers verzoenen met de nieuwe regels van de kerk. Het altaarstuk De kruisafneming maakt hij in opdracht vanhet Kolveniersgilde uit 1611-14. De kolveniers wilden dat de triptiek dat gewijd was aan hun patroonheilige, Sint-Christoffel. Christoffel betekent ‘hij die Christus draagt’. Geheel volgens de nieuwe regels van de kerk beeld hij de heilige Christoffel niet af op het middendeel van het altaarstuk, maar op het buitenluik. Desalniettemin is het dragen van Christus het hoofdthema. Op het middenpaneel wordt Jezus’ dode ichaam door Johannes ondersteund, op het inkerpaneel draagt Maria hem in de moederschoot en rechts houdt de oude Simeon hem in de armen. Rood is de kleur die hen allen verbindt; Johannes draagt een rode mantel, Maria een rood kleed en ook bij Simeon zien we de kleur terug. De kruisafname en verrijzenis zijn thema’s die het concilie promootte. Het gaat om een zorgvuldig geconstrueerde en geënsceneerde voorstelling, lijkend op een geschilderde theaterstuk met verwijzingen naar datgene wat zowel de opdrachtgevers belangrijk vinden, zoals ‘het dragen van Christus’ als hetgeen dat de kerk van belang acht, de kruisafname, inclusief de attributen van de passie (rechtsvoor op het middenpaneel) en herrijzenis (in dit geval met de afbeelding van een pauw onder de brug waar de zwangere Maria overheen loopt). 

Luiken aan de achterzijde van De kruisafneming maakt hij in opdracht van het Kolveniersgilde uit 1611-14, O.-L. Vrouwekathedraal, Antwerpen met St. Christoffel.