CollectieCentrum Nederland opent haar deuren

Het Nederlands Openluchtmuseum, museum Paleis Het Loo, het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed openden in de zomer van 2021 samen het CollectieCentrum Nederland (CC NL) in Amersfoort en wij van het Buitenmuseum, Schilderrijk Den Haag mochten een kijkje nemen eind maart 2022. Waarom wij dat zo graag wilden? Dat vertel ik je in deze blog.

Indrukwekkende oppervlakte

Met een vloeroppervlak van ruim 31.000 m2, circa 6 voetbalvelden en 25.000 m2 opslag collecties, 5.000 m2 onderzoek, conservering en restauratie en 1.250 m2 kantoren is CollectieCentrum Nederland alleen al kwa oppervlakte indrukwekkend. Het gebouw van vier verdiepingen ligt pal naast de snelweg en is net als een oude stad met een verdedigingsgracht en wal en -iets dat doet denken aan een ophaalbrug- omzoomt. Bij binnenkomst wordt je al snel duidelijk dat het architectonisch ontwerp van Cepezed (Delft) wel heel bijzonder is. De functie van het gebouw als bewaarplaats van objecten staat centraal en alles is tot in detail daarvoor uitgedacht. Toch komt ook de mens aan bod in het deel van de ontvangstruimtes en kantoren. Hier baad je in het licht.

Grote diversiteit

Het soort objecten loopt uiteen van schilderkunst, meubels, orgels en tal van koetsen tot sieraden, klokken, aardewerk en keramiek. Wat het echt interessant maakt is dat alles door elkaar heen staat. Een soort democratiseringsproces in objecten, waarbij Koninklijk naast volks staat, zolang het erfgoed maar van nationaal belang is. Het blijft hier in goede staat behouden voor de Nederlandse samenleving.

De vrouwen van het Binnenhof, even in de rekken tijdens de restauratie, foto: Catharina Abels

Digitaal en duurzaam

De manier van opstellen is revolutionair en alleen mogelijk door digitalisering. Objecten staan vaak op grootte gesorteerd. Van de vier collecties staan objecten door elkaar heen. Samenwerking beperkt zich echter niet alleen tot het gemeenschappelijk betrekken van het gebouw, maar ook in de personele bezetting, die vrij klein is. Er werken zo’n 30 mensen. Revolutionair is dat een samengesteld object delen kan hebben die in diverse ruimtes staan. Gewoon omdat er zo efficiënter gebruik gemaakt wordt van de ruimte of omdat het object uit diverse materialen bestaat die andere eisen stellen aan vocht of temperatuur. Het gebouw blijft verbazen en is een van de duurzaamste gebouwen in Nederland. Zonnepanelen, aardwarmte, slim gebruik van water, aan alles is gedacht. Zelfs als je een ruimte afsluit dan sluit de deur automatisch doordat de vloer wat helt, zodat slim van de zwaartekracht gebruik gemaakt wordt.


Twee grote ateliers, behoud en beheer

CollectieCentrum Nederland beschikt over twee grote ateliers. Blikvanger in het eerste atelier was het schilderij van Mathias Withoos van Amersfoort (1671). Terwijl wij in Den Haag de Jan van Goyen hebben met het Gezicht op Den Haag vanuit het Zuidoosten is dit het pronkstuk in Amersfoort. En wat een schilderij! De stad oogt nog middeleeuws zo achter de stadsmuur. De belangrijke gebouwen, zoals de Sint-Joriskerk en de Onze-Lieve-Vrouwekerk zijn prominent in het licht geplaatst. Opvallend is de landelijke setting van de Gelderse Vallei met op de achtergrond de Veluwe.

In het atelier kunnen allerlei soorten onderzoek gedaan worden die meer technisch van aard zijn. Zorgvuldig werd het schilderij van Mathias Withoos tijdens ons bezoek gescand, volledig automatisch met de nieuwste technieken en zonder dat er direct fulltime iemand aan de knoppen hoeft te draaien.

foto: Catharina Abels

Spectaculaire inzichten door modern onderzoek

Stereomicroscopie, infrarood, UV-onderzoek en chemisch onderzoek (XRF) waardoor meer inzicht ontstaat in beschadigingen, eerdere restauraties en retouches. Het is hier allemaal mogelijk en dat maakt het doen van wetenschappelijk onderzoek naar dit soort kunstwerken makkelijker. Er is onder meer een aparte röntgenkamer, een fotostudio en zelfs een ruimte voor houtbewerking,

Dat dergelijk onderzoek tot spectaculaire resultaten kan leiden bleek meteen al bij het eerste schilderij dat hier werd onderzocht. De restauratie van Hoenders in het park met landhuis van een navolger van Melchior d’Hondecoeter, de beroemde vogelschilder uit de 17de eeuw was nodig om het schilderij schoon te maken en wat te retoucheren. Het 18de eeuwse schilderij verbaasde de restauratoren. Er kwamen zomaar twee voeten naar voren. Bleek er een jongetje op te staan! Dat was natuurlijk niet helemaal in de traditie van d’Hondecoeter, wat mogelijk tot de overschildering heeft geleid eind 19de eeuw en daarna nog een keertje in de 20ste eeuw. Zorgvuldig was het baasje verborgen en werd nu dus onthuld door de restauratoren in het atelier.

schilderij inclusief het jongetje, Foto: Catharina Abels

In het tweede atelier, atelier Zuid, maakten we kennis met Het gevangen paard van kunstenaar Charles Weddepohl dat in 1965 door het Rijk via de Beeldende Kunstenaarsregeling werd aangekocht. Ook zo’n tijdsbeeld, die BKR-regeling. In ruil voor inkomen leverden kunstenaars kunst en in dit geval een paard van cement. Een fantastisch dynamisch kunstwerk dat door het magazine van de RCE in januari nog geadverteerd werd met de tekst:  Sinds die restauratie in 1981 staat het paard, zonder korstmossen maar met staart, al veertig jaar in het depot te wachten op een geschikte locatie binnen. Welke publiek toegankelijke instelling bevrijdt het Gevangen paard

Ook lijsten met allerlei fraaie vergulde vormen en draaiingen en zelf een meubelstuk van de Haagse meubelmaker Horrix werden hier gerestaureerd. De restauratoren konden er hele boekwerken over schrijven, bevlogen personeel dus.

Het gevangen paard, foto Catharina Abels

Collectie verspreid over het pand, verspreid over Nederland

Het meest verbaasde ik mij tijdens het bezoek over de schijnbare paradox die zich hier voordeed. Deze goed beveiligde instelling waar behoud, beheer en restauratie van objecten centraal staat heeft een uiterst gesloten karakter, maar opent zich meer dan ooit naar de samenleving. Er zijn tal van innovatieve mogelijkheden om de relevantie en zichtbaarheid van de collectie te vergroten door publiek te bereiken en deze worden aangegrepen. Het Buitenmuseum was hier op bezoek omdat het in het traject op weg naar een geregistreerd museum mogelijkheden aan het verkennen was om haar programmering met museale objecten luister bij te zetten. Koninklijk Den Haag is namelijk een van de pijlers van het museum en de collectie van Paleis het Loo sluit daar natuurlijk goed bij aan. De genius loci is bij het desbetreffende museum van belang en de eigen collectie is voor de verhalen die verteld kunnen worden, verwaarloosbaar. De CCNL biedt de mogelijkheid tot bruikleen en weet zo meer publiek te bereiken en te betrekken door andere instellingen, zoals (potentieel) dit museum.

Publiek bereiken door uit te lenen

Publiek kan zo beter worden bereikt en betrokken worden bij de collectie door dit grotere fysieke bereik. Dat toont de relevantie van de instelling nogmaals aan. Wij kwamen hier als vertegenwoordigers van het Buitenmuseum dat veel oppervlakte heeft , maar weinig objecten en voor CCNL geldt dat het veel objecten heeft, maar beperkte -maar indrukwekkend grote- oppervlakte. Win-win dus. En zo kan de collectie, of eigenlijk de vier collecties die verspreid zijn over dit pand, tevens verspreid worden over heel Nederland.

Meubels, foto: Catharina Abels

Meer lezen

Lees in het magazine van de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed van januari 2022 over het cementrustieke paard van Charles Weddepohl dat een nieuw thuis zoekt en het meubelstuk van Horrix dat zorgvuldig gerestaureerd wordt in het atelier.

https://bit.ly/3Iw61RH

Of over de opening van dit unieke centrum: https://bit.ly/3KgKltV

Lees meer over het verhaal achter het schilderij ‘Gezicht op Amersfoort’ : https://bit.ly/3XAXFwc